Opinie

Aantal gesprekken met ministers zegt niets over invloed

07-04-2021

Het NRC van 6 april jl. opent met een onderzoek van de Open State Foundation waarin wordt geconcludeerd dat “een klein aantal grote bedrijven buitensporig veel toegang tot Nederlandse bewindslieden blijkt te hebben”. Het artikel suggereert vervolgens dat als gevolg hiervan, deze bedrijven onevenredig veel invloed hebben. Deze conclusie is zowel methodologisch als praktisch onvolledig.

Allereerst de methodologie. Politicologisch beschouwd betekenen zowel het werkwoord beïnvloeden als het zelfstandig naamwoord beïnvloeding, strikt wetenschappelijk, per definitie slechts een poging tot feitelijke invloedverwerving. Wanneer je feitelijke invloed wilt meten dan dient een voor- en na meting te worden uitgevoerd. Vooraf wordt dan onderzocht welke invloedspoging(en) wordt gedaan, en achteraf wordt dan het resultaat daarvan gemeten. Een dergelijke onderzoeksmethode wordt zelden toegepast. Want het is duur en kost veel tijd. Nog los van het feit dat niet veel belangenbehartigende organisaties en de stakeholders waarmee zij contact hebben, zich in de kaart willen laten kijken. In Nederland deed professor Braam, hoogleraar te Twente, dat in de jaren zeventig. Onderzoek vandaag de dag is vooral gericht op proxy’s zoals reputatie, toegang, budget en posities. Zij meten op geen enkele wijze feitelijke invloed. Hooguit een mogelijke kans daarop.

Dan de praktische waarneming. In de dagelijkse praktijk blijkt dat het contact tussen bedrijven enerzijds en ministeries en ministers anderzijds moeizamer verloopt dan in het verleden. En in diezelfde praktijk blijkt dat als bedrijven deze contacten hebben, de impact van dat contact afneemt. Kort gezegd: men staat steeds minder open voor elkaars standpunten. Dit staat ook wel bekend als “de kloof”. Voorts kan daar vanuit de praktijk nog een ander feit aan toe worden gevoegd dat in het onderzoek of het NRC-artikel buiten beschouwing wordt gelaten: de opbrengst van effectieve lobby zit niet in de frequentie of niveau van het contact als wel in het resultaat ervan. Anders gezegd: liever 1 goed lobbygesprek met een ambtenaar wat leidt tot een positiewijziging dan 10 gesprekken met ministers waarbij slechts beleefdheden worden gewisseld.

Uiteraard is het van belang dat contact tussen beleidsmakers en lobbyende organisaties (profit of not-for-profit) zorgvuldig worden geregistreerd. En dat kan beter – zo blijkt uit het onderzoek van de Open State Foundation. Ook kan begrip worden getoond voor de journalistieke invalshoek van de weergave van het onderzoek. Invloedspoging is immers geen nieuws, invloedresultaat is dat wel. Maar laten we “onderzoek” wel zorgvuldig blijven interpreteren en duiden: van overmatige toegang is in Nederland geen sprake, laat staan van overmatige invloed als gevolg daarvan.

''De opbrengst van effectieve lobby zit niet in de frequentie of niveau van het contact als wel in het resultaat ervan''

Peter van Keulen

Senior Partner / Oprichter

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.