Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëGenk

Bokrijk vindt het vakmanschap opnieuw uit. Ja, ook manden vlechten

Blik op Belgie Genk/Bokrijkde man met de geelgroene mand is de in dit stuk geïnterviewde kunstenaar Rein ReitsmaBeeld Geert De Weyer

Afgelopen weekend trachtte Bokrijk het oubollige imago van openluchtmuseum van zich af te schudden met hun vakmanschapsdagen. Centraal daarin: hoe integreer je oude ambachten naar de moderne wereld? Of hoe je voor manden vlechten ook palletbinders of scheepstouw kunt gebruiken.

Een diepe zucht en ogen die scheel de lucht ingingen. Dat was als Genkse scholier steevast de reactie op de jaarlijkse aankondiging dat onze schoolreis verdomd weer naar openluchtmuseum Bokrijk leidde. Opnieuw geen Efteling of Phantasialand dus, wel gebouwen van ettelijke honderden jaren oud en leerlooiers, imkers en mandenvlechters die ons gingen vertellen hoe het er ten tijde van onze (bet)overgrootouders aan toe ging.

Decennia later ben ik er terug voor het ‘Vakmanschapsweekend’. Oud en nieuw zouden er elkaar op een verrassende manier treffen. Op het provinciaal domein zelf – 550 hectare groot, goed voor een miljoen bezoekers per jaar – lijkt niets veranderd. In en aan de oude historische landbouwgebouwen of schuurtjes – het oudste dateert van 1507 – worden nog steeds oude ambachten gedemonstreerd.

Maar verderop in het kasteel, net buiten de ingang van het Openluchtmuseum, krijgt al dat erfgoed een nieuwe, moderne invulling. Sofie Clerix, coördinator Vakmanschap Bokrijk, troont me doorheen het complex. Wie het niet weet loopt er aan voorbij, maar of het nu de uit paardenhaar en vlas vervaardigde gordijnen betreft of het op een ordinaire grijze dweil gebaseerde kasteeltapijt met tricolore bies; het interieur ging door de handen van een klein leger bekende kunstenaars als ontwerper Wim Segers, couturier Tim Van Steenbergen en designer-architect Bart Lens.

Creatieve hotspot

“In 2021 doopten we dit kasteel om tot Campus van het Vakmanschap”, verduidelijkt Clerix. “Een creatieve hotspot waar makers elkaar ontmoeten en inspireren. De technieken voor het opbouwen en restaureren van de historische gebouwen verderop, alsook de ambachten die er worden gedemonstreerd, staan natuurlijk voor puur vakmanschap. Daardoor zijn we vandaag het aanspreekpunt voor deze oude, nog steeds gebruikte technieken. Wekelijks komt de vraag waar men lemers of rietdekkers kan vinden.”

Vanuit die optiek besloot Bokrijk vanaf 2014 meer in te spelen op die kennis en het verhaal van vakmanschap te vertellen door de bril van vandaag. Want ook een museum als Bokrijk moet blijven evolueren, beseft men.

Dus toonden afgelopen weekend in het kasteel jonge designers hun moderne interpretatie van onder meer Japanse houtsnedes, keramiek, juwelen en manden vlechten.

Voor dat laatste ambacht trad de Rotterdamse zelfstandige designer en productontwerper (voor bedrijven) Rein Reitsma (32) aan, die weliswaar met diverse materialen werkt maar een bijzondere interesse toont in manden vlechten. De geelgroene mand die hij meezeulde voor zijn lezing, was precies waar het weekend om draaide. Het kleinood creëerde hij niet uit het klassieke pitriet, wel uit scheepstouw. “Ik heb mezelf aangeleerd te vlechten met alledaagse bouwmarktspullen als palletbinders, kabels of touw. Ik ben opgeleid als industrieel ontwerper, daarna trok ik naar de kunstacademie. Die combinatie leidde hiertoe.”

Hij is het mooiste bewijs dat “oude ambachten wereldwijd vaker eigenzinnig ingevuld worden”. In de coronajaren lag hij aan de basis van wat een “heuse internationale beweging” werd rond manden maken: Basketclub. Al speelt het zich enkel op Instagram af.

“Tijdens corona wilden ontwerpers blijven creëren, geïnspireerd worden en hun werk tonen. Maar ze konden de deur niet uit, expo’s werden afgezegd. Basketclub trok eerst Nederlandse designers aan, maar al snel volgden collega’s uit Korea, Japan, Canada of de VS. Iedereen werkt vanuit eigen studio’s en deelt online werken met als bindende factor ‘manden vlechten’. Het concept is simpel: iemand deelt een emoji, waarna wordt verwacht dat een maand later een moderne invulling ervan wordt gepost.”

Rietsma toont op zijn smartphone enthousiast hoe de zon-emoji resulteerde in een kleine parasol van kunststofstrip, terwijl de kaars-emoji ontwerpers aanzette om met gesmolten kaarsen te vlechten.”

Dat jongeren moeilijk te bereiken zijn, zegt hij nog. “Het zint velen dat we inzake manden vlechten het materiaal, de eindvorm en de klassieke technieken loslaten, en zo de regels doorbreken en nieuwe ontdekkingen doen. In tegenstelling tot de oudere generatie houden zij eerder vast aan de klassieke technieken en eindvormen. Het rare daarbij is dat dit alles bijdraagt aan het in ere houden van die oude ambachtsvorm. Al was dat nooit het doel op zich.”