Een ingezoomde foto van een document. De volgende tekst is zichtbaar: Meedenken: Klankbordgroepen, omgevingsberaad, Participatie-op-maat, Meningspeiling, Zienswijzen

Webinar gemist? Kijk het terug!

28 juli 2021

Vanuit studio Fruitvis zonden we donderdag 15 juli het live webinar van de MIRT-verkenning Oeververbindingen uit over de deze maand gepubliceerde Notitie Kansrijke Oplossingen (NKO) en het Participatierapport. In een huiselijke setting nam gastheer Pascal Hofmann samen met tafelgasten de kijkers mee door de deelstudies en de resultaten van de NKO.

Na hard werken met veel mensen en partijen zijn de NKO en het Participatierapport een feit. Een aantal bestuurders uit de regio uitten tijdens het webinar via ingezonden video’s hun tevredenheid. Pieter Varekamp, regiobestuurder van de MRDH en voorzitter van het bestuurlijk overleg: “Het is een complexe verkenning, met zeven partijen die hun eigen ideeën hebben. Maar we zijn in goed overleg tot deze kansrijke oplossingen gekomen.”

‘We zien uit naar de volgende fase’

Wethouder Financiën, in Krimpen aan den IJssel, Wubbo Tempel: “Ik kan beamen dat er in goed overleg tot deze oplossingsrichtingen is gekomen. Vanuit de Algeragemeenten zien wij uit naar de volgende fase.”

Trots

Projectleider Jos Kalfsbeek is trots op de mooie stap die gezet is in de MIRT-verkenning. “We zijn van heel veel oplossingen naar een select aantal gegaan, die het beste bijdragen aan de vijf doelstellingen. Met de NKO brengen we dus focus aan in het onderzoek”, legt hij uit.

Ondanks de coronapandemie is het participatietraject onverminderd voortgezet. “Heel veel mensen en partijen hebben met ons meegedacht, meestal via digitale gesprekken. Het was eerst even zoeken, maar uiteindelijk hebben we een goede modus met elkaar gevonden”, vertelt Jorinke Vos, adviseur omgevingsmanagement. Een belangrijke keuze mede op basis van de participatie is bijvoorbeeld dat het autoverkeer van de A16 niet actief wordt omgeleid over de nieuwe oeververbinding.

Terugkijken

Heb je het webinar gemist? Kijk het dan hier terug en kom alles te weten over de uitkomsten van de deelstudies én op de vraag: wat gaat er nu gebeuren?

Meedenken en meedoen

Je kunt blijven meedenken en meedoen aan het onderzoek. “We hopen meer jongeren en bewoners van Rotterdam-Zuid te spreken”, zegt Jorinke in het webinar. “Maar iedereen is welkom om mee te denken. Meld je dus aan op de website. We zijn erg benieuwd naar jouw ideeën!”

Vraag en antwoord

Tijdens het webinar kwamen alle deelprojectleiders aan het woord om hun deelproject toe te lichten en om live vragen te beantwoorden. De gebundelde vragen en antwoorden vind je hieronder.

Inpassing oeververbinding

In de NKO staat het woord ‘oeveraanpassing’ als het gaat om de nieuwe oeververbinding. Wat betekent dit?

Met oeveraanpassing bedoelen we dat de oever van de Esch wordt aangepast, zodat de rivier breder wordt en dus schepen meer ruimte krijgen.

Waarom kijken jullie in de volgende fase nog steeds naar een brugoptie als oeververbinding?

In de MIRT-verkenning brengen we alle mogelijke oplossingen in beeld. De kansrijke oplossingen bestuderen wij in de volgende fase meer in detail. Van de kansrijke oplossingen zijn er drie brugvarianten en twee tunnelvarianten. Wij erkennen dat de inpassing van een brug of een tunnel een opgave is. Ook zijn we ervan op de hoogte dat omwonenden en de nautische sector een voorkeur hebben voor een tunnel.

Is een brede brug lastiger voor de scheepvaart dan een smalle brug?

Een brede doorvaartopening – het deel van de brug dat opengaat zodra een schip aankomt – is makkelijker voor de scheepvaart dan een smalle doorvaartopening. In de beoordelingsfase wordt de doorvaarbaarheid van beide opties verder onderzocht.

Wat is het verschil tussen nautische breedte en brugbreedte?

De nautische breedte van een brug gaat over de doorvaartbreedte loodrecht op de vaarweg. De brugbreedte betreft de breedte van de brug beschikbaar voor verkeer, zoals auto’s, fietsers of OV.  In ons onderzoek wordt met ‘breedte’ de nautische breedte bedoeld. Met een ‘brede’ en ‘smalle’ brug hebben we het over het beweegbare brugdeel; het deel van de brug dat opengaat zodra een schip aankomt.

Wordt een tunnel tussen Kralingen en Zuidplein niet veel te duur?

Een tunnel is duurder dan een brug. Maar een brug in de bocht is complexer en daarom is het verschil tussen de kosten van een brug in de bocht of een tunnel kleiner. In de volgende fase gaan we de kosten nog nauwkeuriger in beeld brengen, zodat de initiatiefnemers een goede afweging kunnen maken.

OV

Is het bij de OV-verbinding Kralingse Zoom – Zuidplein beter om voor een metro of tram te kiezen in verband met het geluid?

De kansrijke oplossingen, namelijk metro en tram, zijn op basis van de effectbeoordeling gekozen. Gedetailleerder onderzoek naar geluid doen we in de volgende fase, waarin een milieueffectrapportage wordt opgesteld.

Wordt de OV-verbinding in het noorden van de stad een ondergronds traject tot aan Kralingse Zoom?

We kijken naar ondergrondse en bovengrondse oplossingen. Op Rotterdam-Zuid gaan we voor een ondergrondse optie en aan de noordkant bestuderen we beide opties (boven- en ondergronds) in de volgende fase.

Is er bekend hoeveel mensen er gebruik gaan maken van deze nieuwe oeverbinding met metro of tram?

Hoeveel reizigers gebruik gaan maken van een nieuwe oeververbinding met de verschillende OV-vormen is onderzocht en dus bekend. De aantallen staan in de Eindrapportage  OV.

Algeracorridor

Hoe wordt het extra verkeer over de Abram van Rijckevorselweg van de Algeracorridor afgewikkeld via de A16?

Deze vraag bestuderen we in de volgende fase: de beoordelingsfase. De verkeerskundige effecten van de verschillende maatregelen op de Algeracorridor, de A16 Van Brienenoordcorridor en de nieuwe oeververbinding worden dan in samenhang bekeken. Vervolgens bekijken we of en welke maatregelen er nodig zijn om de eventuele doorstromingsproblemen op het Kralingseplein op te lossen.

Wordt de versmalling van 250 meter bij de uitrit vanuit Fascinatio/Rivium richting de A16 weggehaald, zodat er een vrije baan is richting het noorden?

In de volgende fase, de beoordelingsfase, voeren we een integraal onderzoek uit naar het Kralingseplein. De verkeerskundige effecten van de verschillende maatregelen op de Algeracorridor, de A16 Van Brienenoordcorridor en de nieuwe oeververbinding op het Kralingseplein onderzoeken we dan in samenhang. Vervolgens bekijken we of en welke maatregelen er nodig zijn om de eventuele doorstromingsproblemen op het Kralingseplein op te lossen.

Voldoen de huidige geluidschermen langs de Algeracorridor nog aan de wettelijke norm, ook als de geluidsschermen dichter bij de huizen worden geplaatst?

Dit is nog onderwerp van onderzoek in de volgende fase. Uiteraard houden wij ons aan de wettelijke normen. Meer informatie over het milieueffectenonderzoek (m.e.r.) waarin geluid een belangrijk onderdeel is, vind je hier.

Onderzoeken jullie wat de effecten zijn op de uitstoot van fijnstof en geluidsoverlast bij het verlagen van de snelheid van 70 km/u naar 50 km/u op de Abram van Rijckevorselweg?

Het verlagen van de snelheid op de Abram van Rijckevorselweg is geen onderwerp binnen de MIRT-verkenning. De gemeente Capelle aan den IJssel onderzoekt samen met verschillende wijkoverlegplatformen (WOP’s) hoe de geluidshinder op korte termijn (2021 -2023) beperkt kan worden op de Algeraweg.

Onderzoeken jullie in de deelstudie Algeracorridor ook een fietsbrug over de IJssel?

Ja, bij de deelstudie Algeracorridor kijken we ook naar de maatregel om een fietsbrug over de IJssel te realiseren.

A16 Van Brienenoordcorridor en OWN

Wat is de relatie met de vervanging en renovatie Van Brienenoordbrug en de deelstudie in de MIRT-verkenning?

In de MIRT-verkenning houden we rekening met deze opgave. Om grote projecten niet te veel met elkaar te laten versmelten, gaan we er voorlopig vanuit dat de functionaliteit van de Van Brienenoordbrug hetzelfde blijft. Dat houdt in dat er zes rijstroken per kant liggen inclusief een fietsverbinding.

Algemeen

Hoe zijn de kosten in beeld gebracht in het afgelopen onderzoek? Zitten hier de exploitatiekosten bij?

Voor elke kansrijke oplossing hebben we de realisatiekosten in kaart gebracht. Dit is gedaan op een niveau dat passend is bij het detailniveau van deze fase van de verkenning. In de beoordelingsfase wordt nader gekeken naar de kosten. Hier horen ook de exploitatiekosten bij.

Is het terugdringen van vervuilend transport de prioriteit van dit project?

Het terugdringen van vervuilend transport heeft niet de prioriteit in deze verkenning.De overheid is wel bezig met initiatieven om de uitstoot van wegverkeer te verminderen. De maatregelen die we onderzoeken in deze MIRT-verkenning moeten de bereikbaarheid op de weg en van het OV in de regio verbeteren.

Wordt er in het onderzoek rekening gehouden met nieuwbouw zoals het Rivium?

Ja, we houden in de hele MIRT-verkenning rekening met alle bestaande plannen, bijvoorbeeld woningbouw en bedrijventerreinen. Al de plannen nemen we mee in de verkeersberekeningen.

Is de NKO een advies of een besluit?

De NKO is geen advies, maar een vaststelling. Er kunnen ook geen zienswijzen ingediend worden op de NKO; je kunt hier dus niet op reageren. De selectie van kansrijke oplossingen gaan we nog gedetailleerder onderzoeken in de beoordelingsfase. Daaruit komt dan het beste pakket aan oplossingen: het Voorkeursalternatief. Hier kunnen wel zienswijzen op worden ingediend.

Hoe ziet het belevingswaardeonderzoek er in de beoordelingsfase uit en hoe worden de uitkomsten meegenomen in het project?

Door de coronapandemie konden we het belevingswaardeonderzoek niet uitvoeren zoals we wilden; met straatinterviews in de regio. In september staat het belevingswaardeonderzoek opnieuw gepland, zodat we echt in gesprek kunnen met de mensen in de wijken.  Met het belevingswaardeonderzoek vragen wij aan bewoners hoe zij de kwaliteit van hun leefomgeving ervaren, nu en in de toekomst als de maatregelen gerealiseerd zijn. Hiervoor gaan we met een busje naar verschillende plekken in het projectgebied om daar op straat interviews af te nemen.  De zorgen en wensen die worden genoemd, nemen wij mee in de deelstudies.