Naar de bronnen van de Vecht

Een reis die begint in Ommen en tegen de stroom van de rivier de Vecht in gaat naar Duitsland.

2017. Jan Bouwhuis uit Ommen inspecteert de Vechtequelle op het erf van boer Bertmaring in Oberdarfeld.
Zie voor meer afbeeldingen het album “De bronnen van de Vecht“.

Om de bronnen van de Vecht te kunnen vinden gaat de route (in het kort) via Hardenberg en Gramsbergen naar het Duitse Laar. Dan via Emlichheim en Neuenhaus naar Nordhorn. Vervolgens richting Bad Bentheim. Van Bad Bentheim via Ochtrop, Metelen, Schöppingen en Eggerode naar Darfeld, waar de bronnen liggen van de Vecht. Op de terugweg richting Nederland mag het mooi gelegen Steinfurt eigenlijk niet overgeslagen worden.

Bronnen

De rivier de Vecht (in Duitsland Vechte genoemd) ontspringt in het golvende landschap van de Baumberge in het Duitse Münsterland. Kwelzones vormen hier de bronnen voor riviertjes die in alle windrichtingen afstromen. Het laaggebergte van kalkgesteente met veel ondergrondse spleten en gangen zorgt er voor dat regenwater makkelijk diep weg zakt in de onderliggende kalkgesteenten. Het water komt weer te voorschijn in bronnen die uiteindelijk de Vecht voeden. Deze bronnen zijn te vinden bij kasteel Darfeld en iets zuidelijker van Darfeld bij Oberdarfeld op het erf van boer Bertmaring.

Vechte

Bij Eggerode op de plek waar de Rockeler en Burlöer Bach samenvloeien samen komen gaat het riviertje verder als ‘Vechte’. Dit is ongeveer vijfhonderd meter vanaf de kerk bij een bruggetje waar een grote veldsteen de stroompjes markeert. Een bronnetje onder het altaar van de kerk in Schöppingen voedt eveneens de Vecht. Verder ontspringen op de Baumberge de Berkel en de Dinkel. De Dinkel zoekt zijn weg richting Twente en kronkelt met de grens mee over Nederlands grondgebied en mondt uit in de Vecht bij Neuenhaus. De Vecht vindt zijn weg door Duitsland om bij Gramsbergen aan de Holthemersteeg Nederland binnen te stromen.

Laar

Het eerste dorp over de grens op Duits grondgebied is Laar. Laar is een landelijk dorpje met een oude molen in Bentheimer zandsteen. Een molenstichting onderhoudt de molen bij het evenemententerrein pal aan de Vecht. Daar ligt ook een nagebouwde zomp afgemeerd, die toeristen over de Vecht vervoerd.

Emlichheim

Emlichheim is een dorp en gemeente in de Duitse deelstaat Nedersaksen, district Grafschaft Bentheim. Door Emlichheim loopt de spoorlijn van de Bentheimer Eisenbahn. De spoorlijn loopt weliswaar tot aan Coevorden, maar er rijden enkel nog goederentreinen in de andere richting, met Emlichheim als eindpunt. Emlichheim is een zelfstandige gemeente. Daarnaast heeft ze een volwaardig gekozen bestuur met de buurgemeenten Hoogstede, Laar en Ringe. Aan de straat Am Kirchplatz bevindt zich een Westfaalse hallenkerk uit 1150 die is opgebouwd uit blokken Bentheimer zandsteen. Het is nu een gereformeerde kerk.

Neuenhaus

De Dinkel mondt hier uit in de Vecht. Op deze plek was eeuwenlang een belangrijke overslagplaats gevestigd. De graven van Bentheim hadden voor hun transporten van ondermeer Bentheimer zandsteen groot belang bij de overslagplaats. Daarom ook dat zij hier in 1290 de burcht Dinkelrode bouwden, mede ter verdediging tegen de Twentenaren. Neuenhaus ontwikkelde zich als plaats en kreeg in 1369 stadrechten. De zaalkerk dateert uit 1684. Bij de monding is een kunstwerk van het project Kunstwegen te bewonderen. In het centrum herinnert een koperen ‘paard en handelaar’ aan de vroegere grote veemarkt waar Neuenhaus bekend om stond. Ook is hier nog een oude waterradmolen te zien.

Klooster Frenswegen

Klooster Frenswegen werd in 1394 gesticht als Augustijnen-monnikenorde St. Marienwolde op de oever van de Vecht, net onder de rook van Nordhorn. Het dus van oorsprong katholieke klooster is nu een oecumenisch opleidings- en ontmoetingscentrum. Ook worden er concerten gehouden. De deur is meestal open en binnen krijgt men een mooi zich op de gangen en ook op het binnenpleintje van het klooster. Het kloostercafé met terras is ook bijna dagelijks geopend. Graaf Bernhard I von Bentheim stichtte het Augustijner klooster in 1394. Dit klooster was altijd een toevluchtsoord voor katholieke spiritualiteit. Tegenwoordig doet Frenswegen dienst als geestelijk en sociaal centrum in de geest van de oecumene en tolerantie.

Nordhorn

Nordhorn is het levendige centrum van het Grafschaft Bentheim. Gelegen aan de postweg van Nederland naar Munster en aan de Vecht lag Nordhorn gunstig gesitueerd. In 1379 heeft graaf Bernard I von Bentheim stadrechten verleend. In diezelfde eeuw werd ook de huidige kerk aan het marktplein gebouwd. Alle eeuwen daarna was het scheepvaartverkeer van groot belang voor Nordhorn. In de 18e en 19e eeuw bloeide Nordhorn en werd door de kooplieden goed geld verdiend in de transitohandel. Een tocht over water vanuit Nordhorn ging soms in één keer door via de Zuiderzee naar Amsterdam. Maar meestal vond in Zwolle de overslag plaats voor het vervoer van goederen naar de steden in het achterland. Zwolle was het centrum voor de beurtschippers. Langs de Vecht woonden z’n 77 schippers, waarvan dertien in Nordhorn. De voormalige textielstad is tegenwoordig een geliefde bestemming voor cultuurliefhebbers en winkelend publiek. De schilderachtige binnenstad wordt door de Vecht als een eiland omsloten. De dierentuin ligt ook aan de Vecht.

Bad Bentheim

Op een rotsplateau ligt Bad Bentheim met al van ver zichtbaar de Middeleeuwse burcht, 100 meter hoog met kruittoren. De burcht laat zich terugvoeren in de tijd van de Romeinen. De stad kent smalle steegjes, trapjes en gerestaureerde huisjes. De langgerekte zandsteenrug is eeuwenlang voor de Graven van Bentheim de geldmaker geweest. Op de in Bentheim en Gildehaus gedolven zandsteen was hun rijkdom en macht gebaseerd. Want duizend jaar lang was de grauwgele zandsteen een zeer begeerd product voor de vervaardiging van ornamenten en voor de bouw door Noord-Duitse en Nederlandse bouwers van kerken, kastelen en patriciershuizen. Bad Bentheim wordt in de annalen al genoemd in 1050 als Heilbad, een kuuroord met zout- en zwavelbronnen.

Brüningmolen aan de Vechte

Ten noorden van Schöppingen ligt aan de Vecht het gehucht Haverbeck (voorheen genaamd Stockum). Ongeveer 1720-1730 werd hier kasteel (waterburcht) Stockum gebouwd. Deze is in 1799 verwoest door brand en in 1830 afgebroken. De fraai gelegen Brüning (water)molen aan de Vecht (gebouwd in 1710) en de Stockumer kapel (1707) zijn de enige overblijfselen van de voormalige waterburcht. De van oorsprong graan- en oliemolen deed in de 19e eeuw dienst als houtzagerij en later als jachthuis. In de kapel werden missen gehouden door de Franziskanerpaters uit Münster. In 1986 heeft de Haverbecker schietclub, die de kapel als clubhuis in gebruik heeft, de kapel gerestaureerd. Bij de brug ligt het restaurant Flora‘s Brüningmühle (Haverbeck 28, 48624 Schöppingen, Duitsland).

Schöppingen

In het stadje Schöppingen bevindt zich een bron die ook voeding geeft aan de Vecht: onder de oude hallenkerk borrelt kristalhelder water. Een ondergronds buizenstelsel komt er aan te pas voordat het water uiteindelijk de Vecht bereikt. Het gaat om de St. Brictiuskerk, gebouwd op deze op een oude Vechtbron. Het altaar staat op de bron die ook buiten achter de kerk te zien is.

Eggerode

Het dorp is vermaard om de bedevaarstochten rondom de katholieke Maria Geboortekerk (Duits: Pfarrkirche Mariä Geburt). Eggerode is een Ortsteil van Schöppingen in het Kreis Borken (Noordrijn-Westfalen). De kerk wordt voor het eerst in 1313 als parochie in een oorkonde genoemd. In de genadekapel naast de kerk, gebouwd in 1850 naar het voorbeeld van de kapel van Kevelaer, bevindt zich een circa 800 jaar oud Mariabeeld, dat jaarlijks door tienduizenden gelovigen bezocht en vereerd wordt.

Rechts naast de kerk een openluchtaltaar waar in de zomer zo nu en dan kerkdiensten worden gehouden. Daarachter het kunstwerk van 21 granieten blokken die de 21 steden en dorpen aan de Vecht voorstellen, waaronder Ommen. De stenen spuwen met een druk op de knop Vechtewater.

Vechtquelle Hoeve Bertmaring

Om het Vechtewater uit de grond te zien opborrelen moeten we naar Darfeld en dan de Oberdarfeld op. Hier, op een hoogte van 106 meter bevindt zich het beginpunt van het beekje de Rockeler Bach. De bewoners van de aangrenzende hoeve Bertmaring op nummer 35 hebben een bord met de tekst ’Vechtequellen’ in de tuin gezet om de bron niet te missen. Wie goed naar de bron kijkt ziet het water borrelen. Der Heimatverein Darfeld heeft in mei 1994 een steen geplaatst met daarop de tekst dat de naam Vecht terugvoert naar een Saksische prins Vechtan, die begin jaren 400 leefde en verdronk in dit water. Als deze legende waar is, moet de prins wel een bijzonder slechte zwemmer geweest zijn, want de Vecht is hier hooguit enkele meters breed.

Schloß Darfeld

De bouwers van de waterburcht in Darfeld gebruikten het uittredende kwelwater voor de vijvers en de slotgracht van het kasteel, die nu worden beschouwd als een van de Vechtbronnen. Kasteel Darfeld is een slot met Renaissance-arcaden en was oorspronkelijk als achtvleugelig gepland, maar slechts twee vleugels werden rond 1615 gerealiseerd. Het kasteel is sinds 1680 in bezit van één en dezelfde familie Graf Droste zu Visschering en is gesloten voor publiek. Het waterslot met een brede gracht is een voorbeeld van de overgang van de Renaissance naar Barok. In de 16e eeuw wilde een zekere Jobst van Vörden hier een Italiaans droomslot zien verrijzen. Maar voor dit gereed was kreeg hij ruzie met de bouwmeester Gerhard van Gröningen. Het resultaat, inclusief vele correcties en toevoegingen uit latere eeuwen, is een prachtig slot die tot de mooiste van Munsterland wordt gerekend. Aan Griekse zuilen geen gebrek en ook de barokstijl spreekt nog een woordje mee zoals blijkt uit het rijk gedecodeerde tuinhuis met de naam Antoinetteburg.

Schloß Steinfurt

De geschiedenis van de gemeente Steinfurt waartoe de stadsdelen Borghorst en Burgsteinfurt behoren, omvat een periode van meer dan 1000 jaar. De oudste universiteitsstad van Westfalen speelt nog steeds een rol van betekenis als regionaal opleidingscentrum. Rond de Markt staan prachtige huizen waarvan van sommige de geschiedenis teruggaat tot in de 16e eeuw. Er zijn ook restanten van de oude stadsmuren. Aan de Markt bevinden zich onder meer het Rathaus uit 1561 en wat er resteert van de vroegste universiteit (vandaar dat de straat om de hoek ervan An der Hohen Schule genoemd is) uit 1593.

Tekst en foto’s: Harry Woertink

Plaats een reactie