De maatregelen om de Participatiewet te verbeteren gaan niet ver genoeg. Dat stelden diverse partijen tijdens het commissiedebat van de Tweede Kamer op 14 december. Aanleiding vormden de plannen van minister Schouten om de wet te herzien. 

Minister Schouten gaf tijdens het debat aan dat ze haar plannen snel in wetgeving wil omzetten, zodat de maatregelen 1 januari 2024 in kunnen gaan. Het viel op dat verschillende Kamerleden zich afvroegen of de maatregelen wel fundamenteel genoeg zijn. De minister zei toe hier in het eerste kwartaal van 2023 op terug te zullen komen. In de brief die ze onlangs naar de Kamer stuurde nam ze wel een voorschot op meer structurele maatregelen, maar die zijn nog weinig concreet.

Meer verwacht

Met name de oppositiepartijen hadden meer van de minister verwacht. Waarom wordt niet de gehele kostendelersnorm afgeschaft, vroegen ze zich af. Schouten gaf aan dat ze stapeling van uitkeringen wil voorkomen met de kostendelersnorm die blijft gelden vanaf 27 jaar. Ook ging ze in op de vraag waarom de zoektermijn voor jongeren niet helemaal wordt afgeschaft. Volgens de bewindsvrouw is de zoektermijn voor een deel van de jongeren juist een prikkel om te gaan werken of studeren.

‘Bijverdienregeling te mager’ 

Verder vond de oppositie de voorgestelde bijverdienregeling te mager. Waarom 15% en niet 25%? Hierop zei de minister dat de bijverdienregeling wordt geüniformeerd en verruimd naar één jaar, met ruimte voor verlenging. Het werd niet geheel duidelijk waarom alleen in schrijnende situaties afgeweken kan worden van het principe ‘aanvraagdatum = ingangsdatum’.

Wat vindt Divosa?

De maatregelen kunnen op een aantal onderdelen inderdaad scherper, maar Divosa is wel blij met de maatregelen. Na jaren van strengere regels is dit immers een goede beweging. Daarnaast denken we samen met gemeenten actief mee met het rijk over de fundamentele herziening, waarvoor de verbinding met andere departementen belangrijk is.

Op het punt van de participatieplicht is Divosa teleurgesteld. We pleiten al jaren voor afschaffing van de tegenprestatie, de taaleis en de uniforme arbeidsplichten, en die lijken vooralsnog te blijven bestaan. Deze strenge en in de praktijk niet werkende regels worden nu aangevuld met een participatieplicht, zonder dat goed wordt gekeken naar de randvoorwaarden.

De intentie om ‘iedereen in de uitkering te zien en aandacht te geven’ is fantastisch en onderschrijft Divosa van harte. Maar dat kan niet zonder ook te kijken naar uitvoeringscapaciteit en participatiebudget waar na een decennium van bezuinigingen nog maar een derde van over is. Hiertoe riep Divosa eerder op in een brief aan de Tweede Kamercommissie.

Meer informatie

Contactpersoon

Chris Wallis

procesmanager Werk, participatie en arbeidsmarkt